Levende polymerisatie is een bijzondere vorm van additiepolymerisatie, waarbij er geen ketenoverdracht of terminatiereactie plaatsvindt.
In het ideale geval gebeuren de verschillende stappen - initiatie, propagatie en terminatie - achter elkaar. Na de initiatie zullen de polymeerketens gelijktijdig aangroeien met dezelfde snelheid, totdat alle monomeer is opgebruikt. Het gevolg is dat alle polymeerketens vrijwel even lang zijn, of anders gezegd: de polydispersiteit van het polymeer is bijna gelijk aan 1 (in het ideale geval zijn alle polymeerketens exact even lang en is de polydispersiteit gelijk aan 1, dit wil zeggen dat het polymeer monodispers is).
Met levende polymerisatie is het mogelijk om de distributie van de moleculaire massa binnen enge grenzen te houden. Door de hoeveelheid initiator t.o.v. de hoeveelheid monomeer te variëren kan men de lengte van de polymeerketens en daarmee ook de eigenschappen van het polymeer nauwkeurig regelen. Men noemt dit daarom ook "gecontroleerde polymerisatie" (controlled polymerization).
Levende polymerisatie maakt het mogelijk om het "design" van polymeren te sturen. Men kan de terminale groepen, zijgroepen, monomeervolgorde bij copolymeren of de sterische structuur beïnvloeden.
Pionier van de techniek van levende polymerisatie was de Brits-Amerikaanse polymeerchemicus Michael Szwarc (1909-2000), die ook de term "living polymers" bedacht. De eerste publicaties errond verschenen in 1956.[1]