Lijst van gasthuizen in Groningen

Het Peper- of Geertruitsgasthuis

Gasthuis is het Groningse equivalent van wat in andere steden veelal met hofje of convent wordt aangeduid. Het begrip gasthuis bestond al in de Middeleeuwen.

In de Middeleeuwen ging het in eerste instantie om huizen waar zieken (pestlijders), armen en pelgrims werden opgevangen. Het oudste gasthuis in Groningen, het Pelstergasthuis, stond aan de rand van de stad, waarschijnlijk gesticht als pelgrimsoord. Van het Pepergasthuis is bekend dat het is gesticht als verblijf voor pelgrims. Het Armhuiszitten Convent is de eerste poging van het stadsbestuur om enige orde aan te brengen in de voorzieningen voor de armlastige stadjers. Het convent beheerde niet alleen enkele gasthuizen, maar was ook verantwoordelijk voor de voedseluitdeling voor de stille armen in de stad.

Vanaf 1600 krijgen de gasthuizen meer en meer de functie van bejaardentehuizen. De oudste gasthuizen waren kerkelijke stichtingen, later werden ze ook door welgestelde burgers gesticht. Door de bouw van moderne bejaardentehuizen zijn de meeste bejaarden vertrokken en veel hofjes vervallen geraakt. Na een grootscheepse restauratie in de jaren tachtig van de twintigste eeuw is een aantal gasthuizen nu tot rijksmonument verklaard.

Begijnhoven, hofjes waar begijnen een gemeenschap vormden, zijn er wel geweest in Groningen, maar hiervan is vrijwel niets bewaard gebleven. Op de plaats waar nu het Academiegebouw staat hebben tot de reductie van Groningen twee begijnhoven gestaan: het Vrouwe Menoldaconvent en het Vrouwe Sywenconvent. Van latere datum is het Olde Convent dat deels is bewaard gebleven in het Rode Weeshuis.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne