De luchtverkeersleiding is een instantie die het beheer heeft over een zeker luchtruim en ervoor zorgt dat alle luchtverkeer veilig door dit luchtruim navigeert. De vliegplannen van alle binnenkomende en vertrekkende toestellen zijn bij de luchtverkeersleiding bekend.
Alle verkeer dat het beheerde luchtruim betreedt, moet zich bij de luchtverkeersleiding aanmelden met een radioroepnaam (Engels: call sign) die voor commerciële vluchten het vluchtnummer omvat. Met de komst van secundaire radar en transponders wordt een veelheid aan vluchtgegevens automatisch door de transponder aan de 'ondervragende' radar toegestuurd, waarna het systeem deze gegevens verwerkt zonder dat de verkeersleider zich daarmee hoeft te bemoeien. De vluchtgegevens worden hierna automatisch op het radarscherm zichtbaar gemaakt.
De luchtverkeersleider begeleidt vervolgens de toestellen in het beheerde gebied en houdt ze gescheiden, tot deze het luchtruim van de betreffende instantie weer verlaten. Vlak voordat het toestel een door een andere instantie beheerd luchtruim binnenvliegt, wordt het 'overgedragen'. Dit gebeurt via een - doorgaans geautomatiseerd - bericht dat van luchtverkeerscentrum tot luchtverkeerscentrum wordt doorgestuurd en daarna een instructie aan de piloot om radiocontact met de verkeersleiding van dat naburige centrum te maken. Zowel de begeleiding als die overdracht gebeurt door middel van klaringen.