Het woord magnaat (van het Latijnse "magnus", "groot") betekent
- magnaat (titel), een oude, wat archaïsche, benaming voor een machtige edelman. Vooral de rijke en machtige Poolse en Hongaarse edelen werden "magnaten" genoemd. Ook andere edelen in andere landen werden en worden zo weleens aangeduid.
- iemand die een groot deel van een bepaalde bedrijfstak (industrie) in handen heeft, waaruit deze het grootste deel van zijn of haar vermogen heeft verkregen. Vaak wordt de naam van de bedrijfstak of grondstof ervoor geplaatst (bijvoorbeeld mediamagnaat, staalmagnaat, krantenmagnaat, softwaremagnaat en zakenmagnaat). Een magnaat wordt soms ook aangeduid als tycoon (uit het Japans: tai koen, grote heer) of (staal/kranten)baron.