Matija Majar

Matija Majar-Ziljski (1809-1992)

Matija Majar-Ziljski (Wittenig bei Görtschach (Sloveens: Vitenče pri Goričah) in Hermagor (Šmohor), 7 februari 1809Praag, 31 juli 1892) was een Sloveens priester uit het Gailtal (Sloveens: Ziljska dolina) in Karinthië, die ten tijde van de Romantiek eveneens actief was als etnograaf, taalkundige en publicist. Hij verkreeg bekendheid door zijn politieke activiteiten. De ideeën van Matija Majar worden gerekend tot het austroslavisme en illyrisme.

Van 1825 tot 1830 gaat hij naar het gymnasium in Klagenfurt (Sloveens: Celovec) en bezoekt er aansluitend het lyceum. Eind 1831 zet hij zijn schooltijd aan het lyceum voort in Graz (Sloveens: Gradec). Aansluitend schrijft hij zich aan het seminarie in Klagenfurt, waar hij bevriend raakt met de latere bisschop Anton Martin Slomšek, die er vanaf 1828 werkt als spirituaal. Alvorens kapelaan te worden in Rosegg (Sloveens: Rožek) en Camporosso (Sloveens: Žabnice, Duits: Saifnitz) dat in het karinthische Val Canale (Sloveens: Kanalska dolina, Duits:Kanaltal) ligt, was hij tussen 1837 en 1840 expeditor bij het ordinariaat Klagenfurt. In 1843 wordt hij domkapelaan te Klagenfurt wat hij blijft tot 1847.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne