De Megarische School werd gesticht door de filosoof Euclides van Megara, een leerling van Socrates. De school kwam tot bloei in de vierde eeuw v.Chr. De ethische leer ervan ging terug op die van Socrates, en veronderstelde een enkele vorm van het Goede, dat kennelijk werd gecombineerd met de Eleatische doctrine van Eenheid. Sommige opvolgers van Euclides ontwikkelden de logica zover door, dat zij een aparte school gingen vormen, namelijk de Dialectische. Hun werk over modale logica, logische implicatie en propositielogica waren belangrijk voor de ontwikkeling van de logica in de oudheid.