Mergkool | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mergkool in de herfst | |||||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
Variëteit | |||||||||||||||||||||
Brassica oleracea var. medullosa Thell. | |||||||||||||||||||||
Blauwe mergkool | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||||
|
Mergkool (Brassica oleracea convar. acephala var. medullosa Thell.[1][2]) werd in Nederland geteeld als voedergewas in Noord-Brabant, Limburg en Gelderland. Mergkool vormt een verdikte stengel, die ook als groente gegeten kan worden. Ook de jonge bladeren zijn eetbaar. In het midden van de vijftiger jaren van de twintigste eeuw bedroeg het areaal ongeveer 900 ha. In 1976 was het areaal teruggelopen tot minder dan 1 hectare. Anno 2024 is het gewas nog populair bij hobbytuinders en kwekers van diervoeders voor kleinschalige toepassing (kinderboerderijen, houders van konijnen en cavia's etc.)
Jonge blaadjes van de mergkool worden in enkele streken van Duitsland gegeten. In de landstreek Prignitz, tussen Hamburg en Berlijn, wordt relatief veel mergkool (Markstammkohl) geteeld. De regionale variant van zuurkool, Knieperkohl, bevat namelijk niet alleen wittekool, maar ook mergkool en wat spitskool of boerenkool. „Couve Galega“ is een variant van de mergkool, die in Galicië en Portugal verbouwd wordt. Deze kool vindt culinaire toepassing in o.a. de soep caldo verde.