Mierenbroodje

zaden met mierenbroodje van de wonderboom (Rhicinus communis)
zaden met mierenbroodje van winterpostelein
zaden met mierenbroodje van Corydalis cheilanthifolia
zaden met mierenbroodje van de Gewone veldbies

Een mierenbroodje (elaiosoom) is een aanhangsel aan zaden of vruchten van sommige plantensoorten, dat als voedsel kan dienen voor mieren. Het woord elaiosoom is afgeleid van het Griekse "elaion", dat olie betekent. Het is een uitgroeisel van de ring om de navelstreng (funiculus) of de zaadsteel. Hierdoor verspreiden de mieren de zaden verder van de plant af. Deze wijze van verspreiden heet myrmecochorie (Oudgrieks μύρμηξ (murmex) = mier; χωρεῖν (chōrein) = zich verspreiden). In België en Nederland komen ongeveer 200 plantensoorten voor die een mierenbroodje hebben.

Er zijn ongeveer vijftien mierensoorten, die mierenbroodjes als voedsel gebruiken. De mieren nemen het zaad mee naar hun nest. Tijdens deze tocht kan het mierenbroodje al van het zaad afbreken of anders wordt in het nest het voedsel van het zaad afgebeten en het zaad weer naar buiten gebracht. Het oliehoudende en koolhydraatrijke mierenbroodje wordt door mierenlarven gegeten.

Ook bij sommige insecten komen mierenbroodjes voor; zo dragen de eitjes van een aantal wandelende takken een zoet kapje waar mieren dol op zijn, dit wordt het capitulum genoemd.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne