De Militaire Orde van Sint-Joris van de Wedervereniging (Italiaans: "Reale e militare ordine di San Giorgio della Riunione") is de opvolger van de Orde van de Beide Siciliën die op 24 februari 1808 werd gesticht door Jozef-Napoleon Bonaparte, Napoleons oudere broer, die in dat jaar de troon van het koninkrijk Napels had bestegen. De Franse satellietvorst stichtte, zoals de Bonapartes dat gewoon waren te doen, een ridderorde die niet alleen met veel pracht en praal, maar ook met pensioenen voor de ridders, een band tussen de vorst en zijn nieuwe onderdanen moest smeden. Men spreekt in dit verband wel van een "Napoleontische Orde". De kosten moesten, net als in Holland, Spanje en Westphalen, door in beslag genomen goederen van de kerk en de commanderijen van de oude ridderorden worden opgebracht.
De Bonapartes goten hun nieuwe orden graag in oude vormen. Naam en vormgeving waren een slaafse nabootsing van de beroemde "Heilige Constantinische Orde" maar het doel van de orde was het belonen van verdienste waar de constantinische ridders de Katholieke Kerk dienden. Het kruis van Constantijn de Grote, het in een droom voor de Slag bij de Milvische Brug verschenen kruis met de Griekse letters "X" en "P", werd verwijderd, waardoor het motto betekenisloos werd.
Bij de oprichting had de orde 50 Dignitarissen, 100 Commandeurs en 600 Ridders.
Toen Jozef koning van Spanje werd, veranderde zijn opvolger Joachim Murat, die nu Joachim I, koning van Napels werd, vrijwel niets aan de orde.
De in 1814 gerestaureerde Bourbons lieten de orde naast de weer herstelde Heilige Constantinische Orde bestaan. De orde kreeg onder koning Ferdinand I in 1819 zes graden.