Een minderheidsregering of minderheidskabinet is een regering gevormd door één partij of coalitie die geen vaste meerderheid in het parlement heeft. Daardoor is zij afhankelijk van de steun van andere partijen om beleid en wetsvoorstellen aangenomen te krijgen. Essentieel hierbij is de gedoogsteun van één of meer partijen die niet meeregeren, maar het kabinet wel structureel ondersteunen bij cruciale stemmingen.
Dankzij deze parlementaire basis kan een minderheidskabinet per voorstel steun zoeken bij verschillende (oppositie)partijen, waardoor het minderheidskabinet flexibel in kan spelen op de steun die beschikbaar is per onderwerp. In Nederland moet volgens de Grondwet ten minste de helft plus één van het totaal aantal parlementsleden in zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer het eens zijn met een wetsvoorstel of begrotingshoofdstuk, om het uit te kunnen voeren. Dit betekent dat een minderheidsregering in een tweekamerstelsel, naast steun van haar gedoogpartner(s), een nog bredere steun nodig heeft.[1]