Anusopheffer
|
Musculus levator ani
|
Spier
|
|
Linker musculus levator ani van de binnenkant gezien.
|
Synoniemen
|
Latijn
|
levator ani[1][2]
maior levator ani[1]
levator magnus[2]
levator internus[2]
elevator ani[2]
musculus sedem attollens[1]
|
Nederlands
|
oplichter van de aars[1][3]
|
Gegevens
|
Origo
|
fascia obturatoria (arcus tendineus levatorius)
|
Insertie
|
ligamentum anococcygeum
|
Zenuw
|
plexus sacralis
|
|
De musculus levator ani[4] of anusopheffer[5] is een spier die deel uitmaakt van de bekkenbodem.[6] Deze spier heeft een belangrijke ondersteunende functie voor de blaas, de vagina, de baarmoeder en de endeldarm.[6] Samen met de musculus coccygeus vormt hij het diaphragma pelvis (de bekkenbodem).[6]
De musculus levator ani bestaat uit meerdere onderdelen[7][6]:
De musculus levator ani heeft zijn oorsprong bij de fascia obturatoria bij het schaambeen (os pubis)[5] en zijn aanhechting (insertio) bij het ligamentum anococcygeum bij de anus.[5]. Hij wordt geïnnerveerd door de plexus sacralis.[5]
Literatuurverwijzingen
- ↑ a b c d Schreger, C.H.Th.(1805). Synonymia anatomica. Synonymik der anatomischen Nomenclatur. Fürth: im Bureau für Literatur.
- ↑ a b c d Dunglison, R. (1856). Medical lexicon. A dictionary of medical science. (13th edition).Philadelphia: Blanchard and Lea.
- ↑ Pinkhof, H. (1923). Vertalend en verklarend woordenboek van uitheemsche geneeskundige termen. Haarlem: De Erven F. Bohn.
- ↑ Federative Committee on Anatomical Terminology (FCAT) (1998). Terminologia Anatomica. Stuttgart: Thieme
- ↑ a b c d Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
- ↑ a b c d Lohman, A.H.M., Donkelaar, H.J. ten, Lammes, F.B., Newling, D.W.W. & Obermann, W.R. (1997). Het bekken. In A.H.M. Lohman en H.J. ten Donkelaar (Red.) Klinische anatomie en embryologie. (pp. 395-477) Utrecht: Wetenschappelijke Uitgeverij Bunge.
- ↑ Staubesand, J. (1988). Sobotta Atlas der Anatomie des Menschen. 2. Band: Brust, Bauch, Becken, untere Extremität. (19. Auflage). München/Wien/Baltimore: Urban & Schwarzenberg.