Naaktheid is het niet dragen van kleding. Naakt wordt ook bloot genoemd, of in verhullend taalgebruik in adamskostuum. Om te benadrukken dat geheel naakt bedoeld wordt, worden ook wel termen als spiernaakt of piemelnaakt gebruikt. De term 'bloot' wordt ook gebruikt voor het onbedekt zijn van bepaalde lichaamsdelen (blote armen, blote benen, blote voeten, bloot bovenlijf, blootshoofds); blote vrouwenborsten worden in het Nederlands vaak aangeduid met het Engelse leenwoord topless.
De hoeveelheid lichaamsbedekking, en welke delen al dan niet bedekt worden, is niet alleen een kwestie van warmte en bescherming, maar hangt ook af van sociale normen, wetten en kledingvoorschriften. In vrijwel alle culturen en omstandigheden is gekleed gaan de norm. De term 'halfnaakt' betekent gedeeltelijk gekleed; vaak in het bijzonder: met ontbloot bovenlichaam; ook, ruimer: schaars gekleed.[1]