Nagelviool

Nagelviool

Een nagelviool (ook wel nagelharmonica genoemd) is een uitvinding uit 1744 van violist Johann Wilde uit Petersburg.

Het muziekinstrument is opgebouwd uit een aantal op toonhoogte gestemde metalen pennen (nagels) die rondom een houten klankkast zijn vastgemaakt. Het instrument wordt met een (viool)strijkstok bespeeld, door de pinnen aan te strijken. De nagelviool geeft een hoge toon af.[1][2]

De oudste nagelviool was vermoedelijk uitgerust met negen pennetjes en bevindt zich in Eisenach in het Bachhuis. Normaal werden 37 pennen gebruikt, en in New York is een instrument aanwezig met 66 pennen. De klankkast is meestal half- tot heelrond. Het is onmogelijk exact vast te stellen wat de oorspronkelijke vorm van het instrument was. Er zijn slechts weinig exemplaren bewaard gebleven. In het Nordiska Museum in Zweden is nog een instrument aanwezig uit 1792.

  1. Bron: Alfred A. Goodman, Grote Muziek Encyclopedie, 1974, Amsterdam Boek.
  2. Een afbeelding van de nagelviool en achtergrondinformatie over het principe van trilling in staven is te vinden op www.logosfoundation.org.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne