Nelly Bodenheim | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Nelly Bodenheim (ca. 1920) door Isaac Israels
| ||||
Persoonsgegevens | ||||
Volledige naam | Johanna Cornelia Hermana Bodenheim | |||
Geboren | Amsterdam, 27 mei 1874 | |||
Overleden | Amsterdam, 7 januari 1951 | |||
Geboorteland | Nederland | |||
Beroep(en) | kunstenaar, illustrator | |||
RKD-profiel | ||||
|
Johanna Cornelia Hermana (Nelly) Bodenheim (Amsterdam, 27 mei 1874 – aldaar, 7 januari 1951) was een Nederlands illustrator, textielkunstenaar en ontwerper van affiches, boekomslagen en toneelkostuums. Zij is echter vooral bekend als illustrator van kinderboeken. Zij behoorde, samen met onder anderen Ben Wierink, Wilhelmina Drupsteen en Rie Cramer, rond 1900 tot de eerste Nederlandse kunstenaars die vanuit artistieke principes werkten om esthetisch verantwoorde prentenboeken voor kinderen te maken.[1] Nelly Bodenheim en Rie Cramer zouden uitgroeien tot de twee belangrijkste illustratoren van hun tijd. Cramers werk was omvangrijker en vlotter dan dat van Bodenheim, maar het werk van Nelly Bodenheim werd gezien als oorspronkelijker en artistieker.[2] Vooral Bodenheims prentenboeken Handje-Plak (1900) en Het regent, het zegent (1901) zijn bekend gebleven. De bakerrijmpjes met de voor haar kenmerkende zwarte silhouetten, zogenaamde zwart-witjes, werden nog tot in jaren negentig herdrukt.[3] Nelly Bodenheim behoorde tot de groep vrouwelijke kunstenaars die bekend staan als de Amsterdamse Joffers, waartoe verder nog werden gerekend de schilderessen Lizzy Ansingh, Jo Bauer-Stumpff, Ans van den Berg, Marie van Regteren Altena, Coba Ritsema, Suze Robertson, Jacoba Surie en Betsy Westendorp-Osieck. Zij studeerden aan het eind van de 19e eeuw aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Bodenheim was de enige van de Joffers die niet verder ging in de schilderkunst.
In 1949 kreeg Nelly Bodenheim een grote overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam. Dit betekende de definitieve erkenning van haar werk.[4]