Noordelijke Kruistochten | ||||
---|---|---|---|---|
Onderdeel van de Kruistochten | ||||
![]() | ||||
Duitse Ordestaat in 1260.
| ||||
Datum | 12e en 13e eeuw | |||
Locatie | Estland, Letland, Litouwen, Oost-Pruisen | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
De Noordelijke Kruistochten of Baltische Kruistochten waren de veldtochten die de koningen van Denemarken en Zweden, de Duitse Orde en de Lijflandse Zwaardbroeders in de 12e en 13e eeuw voerden tegen de heidense volkeren wonend ten zuiden en oosten van de Oostzee om hen politiek te onderwerpen en te bekeren tot het christendom. Deels was dit voor het uitbreiden van de wereldlijke macht van de vorstenhuizen en ridderorden, deels in naam van de Grote Opdracht die men meende te hebben om heidenen te bekeren. Een andere factor was de rivaliteit met de oosters-orthodoxe kerk die met het Vorstendom Polotsk haar invloed over de Daugava en al bijna tot de Oostzee uitbreidde. Praktische redenen waren onder meer het geringe succes dat de grote kruistochten naar het Heilig Land hadden ondervonden, waardoor het Baltische gebied als alternatief werd gekozen, maar ook economische expansie die een onrustige bezitloze adel, onder meer door de invoering van het eerstgeboorterecht, in Scandinavië en Duitsland zocht in Noord- en Oost-Europa.