De Noordelijke School is een verzamelnaam voor de schilderkunst van de Chinese hofschilders ten tijde van de Ming- en Qing-dynastie. De term werd geïntroduceerd door de schilder en kalligraaf Dong Qichang (1555-1636). Hij gebruikte het om een onderscheid te maken tussen de onafhankelijke literati-schilderkunst, die hij de Zuidelijke School noemde, en de perfectionistische schilderkunst die populair was aan het hof. De termen vertegenwoordigen geen geografische plaatsen, maar zijn ontleend uit het Chán-boeddhisme.