Numeri 31 | ||
---|---|---|
![]() | ||
Midjanitische vrouwen, kinderen en vee worden gevangen genomen door Israëlitische soldaten nadat alle Midjanitische mannen zijn gedood en hun steden afgebrand. Aquarel James Tissot (ca. 1900).
| ||
Taal | Hebreeuws | |
Categorie | Hoofdstuk in Numeri | |
Andere naam | Oorlog tegen de Midjanieten | |
Vorige boek | Numeri 30 | |
Volgende boek | Numeri 32 |
Numeri 31 is het 31e hoofdstuk van het bijbelboek Numeri, in de Hebreeuwse Bijbel. Wetenschappers zoals Israel Knohl en Dennis T. Olson noemen dit hoofdstuk de Oorlog tegen de Midjanieten.[1][2]
In Numeri 31 staat een verhaal dat zich afspeelt in de regio's Moab en Midjan in zuidelijk Transjordanië en vertelt hoe Israëlitische soldaten onder bevel van Pinechas (in opdracht van Mozes en Pinechas' vader Eleazar) een oorlog voerden tegen de Midjanieten. Hierbij doodden ze alle mannen inclusief hun vijf koningen, namen al het vee mee en voerden alle vrouwen en kinderen als gevangenen af. Mozes instrueerde de soldaten vervolgens om alle jongens te doden en ook alle vrouwen die eerder gemeenschap met een man hadden gehad te doden, maar de vrouwen en meisjes die nog maagd waren voor zichzelf te houden. De oorlogsbuit werd daarna verdeeld tussen de Israëlitische burgers, soldaten en de god JHWH.[3][noot 1]
Er bestaan veel controverses omtrent het auteurschap, de betekenis en de ethiek van dit hoofdstuk van Numeri.[3] Het is nauw verbonden met Numeri 25.[4]:69
<ref>
; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam Knohl
<ref>
; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam Brown
Citefout: Er bestaat een label <ref>
voor de groep "noot", maar er is geen bijbehorend label <references group="noot"/>
aangetroffen