Een ontbindende voorwaarde voorziet erin dat een verbintenis tenietgaat wanneer zich een onzekere gebeurtenis voordoet. Zo kan iemand een som geld schenken onder de ontbindende voorwaarde van vooroverlijden. Wanneer de begiftigde dan sterft vóór de schenker, keert het geld terug en gaat het niet naar de erfgenamen. Een opschortende voorwaarde werkt omgekeerd: een (opeisbare) verbintenis ontstaat pas wanneer een gebeurtenis zich voordoet.