Openbaring van Petrus

De Openbaring van Petrus is een apocrief geschrift van het Nieuwe Testament dat wordt gerekend tot de apocalyptische literatuur. De oorspronkelijke tekst moet rond het midden van de tweede eeuw zijn geschreven. Deze openbaring moet niet verward worden met de gelijknamige Gnostische Openbaring van Petrus.

Meerdere vroegchristelijke schrijvers vermeldden de tekst van deze Openbaring van Petrus. Clemens van Alexandrië (150-215) heeft in zijn werken citaten van de Openbaring van Petrus opgenomen. De openbaring maakte deel uit van de Canon Muratori, een tekst uit het eind van de tweede eeuw die de oudst bekende opsomming van de boeken van het Nieuwe Testament bevat. Het wordt ook genoemd in de Codex Claromontanus uit de zesde eeuw. De kerkhistoricus Sozomenus (400-450) meldde dat de tekst van de Openbaring werd voorgelezen op Goede Vrijdag. De tekst moet een zekere autoriteit hebben gehad en werd in vooral de derde en vierde eeuw in zowel het oosterse als westerse christendom veel gelezen.

De Griekse tekst is voor een deel bewaard gebleven in drie fragmenten. Het langste en eerste ontdekte fragment werd in 1887 bij archeologisch onderzoek nabij het Egyptische Achmim gevonden. Het maakte deel uit van een codex met daarin ook fragmenten in het Grieks van het Eerste boek van Henoch en het Evangelie volgens Petrus. Die handschriften dateerden uit de zevende eeuw.

Een meer volledige en waarschijnlijk ook oudere versie van de tekst is bekend uit twee manuscripten in het Ethiopisch die begin twintigste eeuw werden gevonden. Die handschriften dateren uit de achtste eeuw. De Griekse en Ethiopische versies hebben enige inhoudelijke verschillen hoewel het steeds om het zelfde thema blijft handelen.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne