Een opgedragen leen (Latijn: feodum oblatum; Frans: fief de reprise) was in de middeleeuwen een rechtsfiguur waarbij een persoon het bezit van zijn allodiaal goed al of niet vrijwillig als diplomatiek instrument overdroeg aan een machtiger iemand onder voorwaarde het weer in leen terug te zullen ontvangen.[1] De vroegere bezitter kreeg zo als leenman een vorm van vruchtgebruik van zijn voormalig eigen goed, in ruil voor diensten aan de nieuwe leenheer maar met genot van diens bescherming.