De Meest Eminente Orde van het Indische Keizerrijk (Engels: The Most Eminent Order of the Indian Empire) is een koloniale ridderorde die door koningin Victoria op 31 december 1877 ten behoeve van haar Indische Keizerrijk werd ingesteld. In eerste instantie kende de orde een grootmeester en als leden een onbeperkt aantal leden (Companions). De Orde kende na een hervorming die op 15 februari 1887 werd gepubliceerd behalve de soeverein en de grootmeester drie graden:
In 1887 werd ook vastgelegd dat in de toekomst steeds naar de orde zou worden verwezen als The Most Eminent Order. Een dergelijke aanduiding is bij de hogere Britse ridderorden gebruikelijk. De tweede klasse mocht, zo stelde het Koninklijk Besluit, niet meer dan vijftig leden omvatten.
De leden voerden afhankelijk van hun graad de letters "GCIE", "KCIE" en "CIE" achter hun naam.
Sinds 1947 zijn er geen leden meer benoemd. Koningin Elizabeth als soevereine en de maharadja van Dhrangadhra, een in 1923 geboren ridder-commandeur, waren in 2010 de enige nog levende leden. De maharadja van Dhrangadhra (1923-2010) stierf op 1 augustus 2010 in Dhrangadhra. Sindsdien wordt de Orde van het Indische Keizerrijk "slapende" genoemd. De Engelsen noemen hem "dorment".
Het motto van de Orde is "Imperatricis auspiciis" (Latijn voor: "Onder leiding van de keizerin"). De Indische onderkoning was "ex officio" grootmeester en grootcommandeur van deze Orde.
In de hiërarchie van de Britse Orden volgde de Orde van het Indische Keizerrijk op de Orde van de Ster van Indië en was daarmee de zesde Orde. Deze Britse koloniale ridderorde, werd veel minder vaak verleend.