Osseten Ирæттæ/Irættæ | ||||
---|---|---|---|---|
Locatie van de Osseten in de Kaukasus
| ||||
Totale bevolking | 700.000 (geschat) | |||
Verspreiding | Rusland (hoofdzakelijk Noord-Ossetië): 528.000 (2010)[1]
Turkije: 100.000 (schatting) | |||
Taal | Ossetisch, Russisch, Georgisch, Turks | |||
Geloof | Russisch-orthodox, Soennitisch | |||
|
De Osseten (Ossetisch: Ирæттæ, Irættæ) zijn een Iraans volk, dat met de Alanen een deel vormde van de grotere etniciteit van nomadische Sarmaten die al in de 1ste eeuw genoemd in de gebieden in en ten noorden van de Kaukasus. Zij zijn sinds de 6e eeuw geconcentreerd en inheems gebleven in Ossetië, een regio in het centrale deel van het Kaukasusgebergte, aan beide kanten van de Russisch-Georgische grens. De Osseten wonen vooral in de Russische autonome republiek Noord-Ossetië en het de facto onafhankelijke Zuid-Ossetië, dat zich eenzijdig onafhankelijk heeft verklaard van Georgië, maar dat door de meeste landen als een onderdeel van Georgië wordt beschouwd. Als moedertaal spreken de meeste Osseten het Ossetisch, een Iraanse taal, die weer onderdeel is van de Indo-Europese talen. De Osseten zijn voor vier vijfde deel Russisch-orthodox-christelijk, met echter een vrij grote soennitisch-islamitische minderheid. Deze moslims zijn vrij recent - in de 16e eeuw - bekeerd en velen van hen vluchtten in 1878 na de oorlog met Rusland naar Anatolië waar 100.000 afstammelingen van de Osseten wonen. Van Jozef Stalin wordt beweerd dat hij van Ossetische afstamming zou zijn; zijn naam is overigens Georgisch.