Oudgelovigen (Russisch: староверы; starovery), oudritualisten (Russisch: старообрядцы; staroobrjadtsy) of oudorthodoxen (Russisch: древлеправославные; drevlepravoslavnye) is een verzamelnaam voor traditionele christelijke groeperingen in Rusland die los zijn komen te staan van de Russisch-orthodoxe staatskerk door hun protest tegen de kerkelijke hervormingen van 1666-67. Deze hervormingen behelsden een aantal vernieuwingen in riten en teksten die bedoeld waren om de Russische kerk te uniformeren met de toenmalige Byzantijnse kerk. Tot 1905 werden oudgelovigen door de staat en de Russisch-orthodoxe Kerk veelal aangeduid met het pejoratief raskolniki ("scheurmakers" of "schismatici"), naar het Raskol (schisma) van 1666-67 waarmee de scheiding tussen beide richtingen een feit was.
In het verleden is men er vaak van uitgegaan, dat in de Russische kerk na verloop van tijd door onjuiste vertalingen uit het Grieks en door vergissingen van incompetente kopiisten allerlei fouten in de kerkelijke boeken en riten waren geslopen, waardoor de Russische kerk op een aantal tekstuele en rituele punten was gaan afwijken van de Byzantijnse kerk. De toenmalige patriarch Nikon stelde vast dat de Russische liturgische traditie afweek van de Byzantijnse en voerde hervormingen door. Velen betwistten de juistheid en de legitimiteit van deze hervormingen en het kwam tot massale protesten, aangevoerd door onder meer de legendarische aartspriester Avvakoem Petrov. De kerkhervormingen werden evenwel bekrachtigd op het concilie van 1666-1667 in Moskou. De tegenstanders werden tot schismatici verklaard en vervolgd. In het midden van de 17e eeuw bestonden er inderdaad verschillen in teksten en riten tussen de Russische kerk en de overige orthodoxe Kerken. Tegen het einde van de 19e eeuw heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat deze echter niet op bovengenoemde manier zijn ontstaan.