Paddan-Aram (Aramees: ܦܕܢ ܐܪ̈ܡ, Paddan Aram, Hebreeuws: פדנה ארם, Paddan ’ǎrām) was een gebied dat refereert naar de noordelijke vlakte in het voormalige Aramese koninkrijk Aram-Naharaim.[1] Paddan Aram betekent in het Aramees 'het veld van Aram',[2] een naam die het vlakke land onderscheidt van de bergachtige streken in het noorden en oosten.[3] In het boek Genesis beschrijft Abraham, de patriarch van de Abrahamitische religies, Aram als "mijn land" (Genesis 24:4).