Paleizen en parken van Potsdam en Berlijn | ||
---|---|---|
Werelderfgoed cultuur | ||
![]() | ||
Land | ![]() | |
UNESCO-regio | Europa en Noord-Amerika | |
Criteria | i, ii, iv | |
Inschrijvingsverloop | ||
UNESCO-volgnr. | 532 | |
Inschrijving | 1990 (14e sessie) | |
Uitbreiding | 1992 en 1999 | |
UNESCO-werelderfgoedlijst |
De Paleizen en parken van Potsdam en Berlijn is een overkoepelende term die verwijst naar het samenhangende ensemble van paleizen, kastelen, kerken, parken en cultuurlandschappen in Potsdam en het Berlijnse stadsdeel Wannsee. In 1990, 1992 en 1999 werd het ensemble onder deze naam gefaseerd toegevoegd aan de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Het is het omvangrijkste object op de werelderfgoedlijst in Duitsland.
Het geheel omvat 150 bouwwerken die gelegen zijn op een areaal van 500 ha aan parklandschap en is aangelegd tussen 1730 en 1916.[1] De kern van het complex vormt het park van slot Sanssouci dat tot stand kwam onder de Pruisische koning Frederik II. Ook de opvolgers van der Alte Fritz drukten hun stempel op het waterrijke gebied aan de Havel. Opeenvolgende vorsten zoals Frederik Willem II, III, IV, Wilhelm I en II lieten ieder paleizen bouwen of parken aanleggen waardoor in het gebied een staalkaart te vinden is van de uitingen van monarchale achttiende- en negentiende-eeuwse smaak. Vooraanstaande architecten zoals Karl-Friedrich Schinkel en landschapsarchitecten zoals Peter Joseph Lenné lieten hier hun sporen na. Uiteenlopende stijlen als rococo en neogotiek maken dit tot een uniek ensemble. Dit gepaard gaan van wat op het eerste oog onverenigbare stijlen zijn, doet opvallend genoeg geen afbreuk aan de harmonie van de door de tijd gegroeide compositie van het gebied. Sanssouci staat ook bekend als het Versailles van Pruisen omdat hier ook een unieke synthese gevormd is van vele verschillende invloeden, een synthese die van grote invloed zou zijn op de kunsten en landinrichting van Oost-Europa. Ook in uitgestrektheid doet het ensemble niet voor Versailles onder en is het vergelijkbaar met contemporaine grootse aanleggen als de Residentie in Würzburg en Blenheim Palace. Stuk voor stuk creaties van vorsten die in hier een mogelijkheid in zagen om hun macht uit te drukken in architectuur en parkaanleg.