Het panopticum of panopticon, een latinisering van het Griekse πανόπτης, panoptēs ('alziend'), is een architectonisch principe, in 1791 beschreven door de Engelse liberale filosoof Jeremy Bentham. Het panopticon maakt het mogelijk groepen te controleren, te disciplineren, te bewaken, bestuderen, vergelijken en te verbeteren. Een gebouw volgens dit principe ontworpen bestaat uit een centrale hal met daarrond ringen van cellen over verschillende verdiepingen gestapeld. Een cel heeft twee ramen: één naar buiten en één op de centrale hal gericht. Eén opzichter in de hal volstaat om alle bewoners te bewaken, te kennen en te beheersen. Het panopticum dient volgens Bentham veel doelen: als gevangenis, als school, als werkplaats of hospitaal. Tegenwoordig wordt het panopticon vooral geassocieerd met een gevangenis in het algemeen of een koepelgevangenis in het bijzonder. Het grootste panopticon ooit gebouwd is het Stateville Correctional Center. Deze gevangenis werd ontworpen met acht afzonderlijke panopticons en uiteindelijk gebouwd met vier van deze gebouwen. Het gebouw kon meer dan 1 000 gevangenen herbergen, maar toonde ook direct een probleem aan in de algemene zichtbaarheid; gevangenen kunnen ook cipiers al van ver aan zien komen en iemand betrappen op illegale activiteiten wordt daardoor lastig. Heden ten dage zijn de panopticons dan ook niet meer in gebruik.[1]
Een panopticum is verder: een verzameling wassen beelden, een wassenbeeldenmuseum en een wassenbeeldenspel.