Placentadieren Fossiel voorkomen: Paleoceen[1] – heden | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verschillende placentadieren | |||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||
| |||||||||
Infraklasse | |||||||||
Placentalia Bonaparte, 1838 | |||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||
Placentadieren op Wikispecies | |||||||||
|
Placentadieren (Placentalia) vormen een grote infraklasse van zoogdieren. Samen met de buideldieren (Marsupialia) en de cloacadieren (Monotremata) zijn de Placentalia een van de drie onderverdelingen van de moderne zoogdieren.
Placentadieren onderscheiden zich van deze andere groepen zoogdieren doordat de foetus relatief lange tijd in de baarmoeder wordt gedragen. De naam placentadieren is niet geheel juist: ook bij sommige buideldieren wordt de foetus gevoed met een placenta, zij het voor een relatief korte periode.[2] Gevolg is dat de nieuwgeboren jongen zich nog enige tijd ontwikkelen in de buidel.
De placentadieren vormen veruit de grootste groep binnen de zoogdieren: er zijn ongeveer 5200 soorten beschreven. In delen van Noord-Amerika, in geheel Azië ten westen van Celebes en in Europa en Afrika zijn het tegenwoordig de enige zoogdieren. Juramaia is het oudste bekende placentadier.[3]