De Pomoranen (Duits: Pomoranen; Kasjoebisch: Pòmòrzónie; Pools: Pomorzanie) waren een West-Slavische stam die leefde langs de kust van de Oostzee tussen de monding van de Oder en de Vistula. Ze spraken de Pommerse taal die behoort tot de Lechitische tak van de West-Slavische taalfamilie. De naam Pommeren komt van het Slavische: “po more” wat "Land aan zee" betekent.[1]