Door koning Willem I der Verenigde Nederlanden werd bij koninklijk besluit van 8 juli 1815, nr. 13, aan de winnaar van de Slag bij Waterloo, de Britse veldheer, maarschalk Arthur Wellesley, eerste hertog van Wellington, de erfelijke titel van prins van Waterloo toegekend met het predicaat Doorluchtigheid; het KB bepaalde dat de titel van prins zou overgaan volgens het recht van eerstgeboorte op zijn mannelijke afstammelingen.[1]
De afstammelingen leven in de Britse Eilanden en behoren krachtens het Nederlandse en Belgische adelsrecht allen tot de Nederlandse adel als leden van de familie Wellesley, én ook tot de Belgische adel (met de titel van prins van Waterloo voor het hoofd van de familie en voor de anderen met de predicaten jonkheer en jonkvrouw). Na het scheidingsverdrag worden de leden van het geslacht ook gerekend tot de Belgische adel, maar hebben zij hun Nederlandse adeldom niet verloren.[2]
Het hoofd van dit geslacht voert onder andere de Nederlandse en Belgische titel prins van Waterloo, maar voert primair de titel Hertog van Wellington (His Grace The Duke of Wellington).