Pronkboon | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||||
Phaseolus coccineus L. (1753) | |||||||||||||||||||||
bloeiwijze | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||||
Pronkboon op Wikispecies | |||||||||||||||||||||
|
De pronkboon (Phaseolus coccineus), ook wel Roomsche Boonkes genoemd, is een plantensoort uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae). De pronkboon wijkt plantkundig sterk af van de andere Phaseolus-soorten. Zo blijven de kiemlobben onder de grond en komt vrij veel kruisbestuiving voor.
De plant komt oorspronkelijk uit de berggebieden van Centraal-Amerika en Mexico en werd in de 17e eeuw naar Europa gebracht. Het vermoeden bestaat dat de pronkboon afstamt van de wilde soort Phaseolus formosus. De klimplant is in Nederland eenjarig en rechtswindend, doch er komt ook een "stamvariant" voor. De bloem is trosvormig, en de bloei vindt plaats van juni tot eind september. De plant is weinig vatbaar voor ziekten en heeft weinig last van ruwe weersomstandigheden. Doordat de plant niet snel kapotwaait wordt hij vanouds als windkering om snijbonen, augurken, en vroeger ook bij tabak gebruikt.