Propagandamodel

Noam Chomsky

Het propagandamodel van Edward S. Herman en Noam Chomsky is een model van de werking van westerse, met name Amerikaanse, massamedia als propaganda-instrument van de gevestigde orde. Het model werd voor het eerst gebruikt door Herman in zijn Corporate Control, Corporate Power (1981)[1] en verder uitgebouwd en gepopulariseerd in het gezamenlijke werk Manufacturing Consent (1988).[2]

Het model poogt een antwoord te bieden op wat Chomsky het 'probleem van Orwell' heeft genoemd, naar analogie van het 'probleem van Plato'. Waar Plato zich afvroeg hoe het mogelijk is dat mensen zo veel weten (filosofie en wetenschap kunnen bedrijven) gegeven de weinige informatie die de zintuigen bieden, roept Orwell de omgekeerde vraag op: hoe komt het dat burgers van democratische landen zo slecht geïnformeerd zijn, terwijl er zo veel informatie beschikbaar is?[3] Het korte antwoord luidt dat de media in de greep zijn van een kapitalistische staatsideologie; het propagandamodel verklaart vervolgens hoe deze ideologie gepropageerd wordt in een land als de VS, waar de nieuwskanalen niet in handen van de staat zijn zoals in totalitaire dictaturen, maar juist eigendom zijn van particuliere marktpartijen.

  1. Edward S. Herman (2003). "The propaganda model: a retrospective. Against All Reason 1:1–14. Geraadpleegd 18 april 2007.
  2. Edward S. Herman en Noam Chomsky (1994). Manufacturing Consent: The Political Economy of the Mass Media. Londen: Vintage. Voortaan MC.
  3. Milan Rai (2005). Market values and libertarian socialist values. In James McGilvray, red. The Cambridge Companion to Chomsky. Cambridge University Press, pp. 225–239.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne