Quasi-species is een concept uit de moleculaire evolutiebiologie. Het verwijst naar een heterogene populatie of "wolk" van nauw verwante genotypen die door hun grote mutatiefrequentie niet meer met het klassieke concept 'soort' te onderscheiden zijn.[1][2] Alle individuen binnen de wolk hebben een of meer mutaties ten opzichte van hun ouder. Soort in de klassieke betekenis verwijst naar een groep individuen die relatief sterke genetische (en zodoende ook fenotypische) overeenkomsten vertonen.
De term quasi-species wordt vooral gebruikt bij het onderzoek naar de evolutionaire mechanismen van zelfreplicerende macromoleculen zoals RNA of DNA of eenvoudige ongeslachtelijke organismen zoals bacteriën of virussen. Kwantitatieve voorspellingen op basis van het quasi-speciesmodel zijn moeilijk te geven, omdat de parameters onmogelijk te verkrijgen zijn uit werkelijke biologische systemen. Het quasi-speciesmodel werd in 1971 geïntroduceerd door Manfred Eigen, een scheikundige die de biochemische grondslagen van evolutie en abiogenese onderzocht.[3]