Raymond Westerling | ||
---|---|---|
Raymond Westerling in 1948
| ||
Bijnaam | de Turk | |
Geboren | 31 augustus 1919 Constantinopel (Istanbul) | |
Overleden | 26 november 1987 Purmerend | |
Land/zijde | Nederland | |
Onderdeel | Korps Commando Troepen | |
Dienstjaren | 1941-1949 | |
Rang | kapitein | |
Eenheid | Infanterie | |
Slagen/oorlogen | Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog |
Raymond Pierre Paul Westerling (Constantinopel (Istanbul), 31 augustus 1919 – Purmerend, 26 november 1987), bijgenaamd de Turk, was in de rang van kapitein de commandant van de Speciale Troepen, die de Nederlandse regering in de jaren 1946-1948 inzette tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd in toenmalig Nederlands-Indië.
Westerling maakte sinds 1942 deel uit, samen met een groepje medesoldaten, van een nieuwe tak van de landmacht, de voorloper van het Korps Commandotroepen (KCT), de No. 2 Dutch Troop. Dit was een speciale eenheid in het leger die als een soort van spionagedienst te werk ging. Westerling leerde deze stijl van opereren tijdens zijn opleiding door Britse soldaten in Engeland.
Van december 1946 tot maart 1947 voerde hij 'zuiveringsacties' door op Zuid-Celebes (Sulawesi Selatan), daarna was hij op Java actief. Hij kwam in opspraak door zijn wrede en meedogenloze acties tegen Indonesische guerrillastrijders, hun sympathisanten en anderen. Zijn opdrachten kreeg hij van de Nederlandse legerleiding en van de operationele commandant ter plaatse, maar hij gaf daaraan ook een eigen invulling wat er toe leidde dat hij eigenmachtig mensen martelde en vermoordde.
Na de soevereiniteitsoverdracht in december 1949 speelde hij een rol in een mislukte coup tegen het nieuwe bewind, dat onder leiding stond van president Soekarno. Westerlings rol in de onafhankelijkheidsoorlog is omstreden vanwege excessief geweld, misdaden tegen de menselijkheid en de burgerslachtoffers die daarbij zijn gevallen.