Riboflavine | ||||
---|---|---|---|---|
Structuurformule en molecuulmodel | ||||
![]() | ||||
Structuurformule van riboflavine
| ||||
Algemeen | ||||
Molecuulformule | C17H20N4O6 | |||
Andere namen | E101, vitamine B2, lactoflavine, 6,7-dimethyl-9-D-ribityl-isoalloxazine | |||
Molmassa | 376,37 g/mol | |||
CAS-nummer | 83-88-5 | |||
EG-nummer | 201-507-1 | |||
PubChem | 493570 | |||
Wikidata | Q130365 | |||
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | ||||
Opslag | bewaren afgesloten van licht tussen 2 en 8°C | |||
LD50 (ratten) | (oraal) > 10.000 mg/kg (intraperitoneaal) 560 mg/kg | |||
Fysische eigenschappen | ||||
Aggregatietoestand | vast | |||
Kleur | geel | |||
Smeltpunt | 290 °C | |||
Oplosbaarheid in water | 0,1 g/L | |||
Goed oplosbaar in | Verdunde basische oplossingen van MeOH; ontleedt echter. | |||
Nutritionele eigenschappen | ||||
Type nutriënt | vitamine | |||
Essentieel? | ja | |||
Komt voor in | lever, gist, melk, broccoli, asperge, spinazie | |||
ADI | 0,5 mg/kg lichaamsgewicht | |||
Type additief | kleurstof | |||
E-nummer | E101 | |||
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||
|
Riboflavine, ook wel vitamine B2 genoemd, is een van de voor de mens noodzakelijke vitaminen. Het is een wateroplosbaar nutriënt dat van belang is voor de menselijke gezondheid. Het is van belang bij de opbouw van co-enzymen, zoals riboflavine-5'-fosfaat en flavine-adenine-dinucleotide. Deze verbindingen spelen een belangrijke rol in de stofwisseling, celademhaling en normale groei en ontwikkeling.
Riboflavine-deficiëntie is zeldzaam en gaat meestal samen met een tekort aan andere vitamines en voedingsstoffen. Het kan relatief eenvoudig worden behandeld door orale suppletie. Omdat het een wateroplosbaar vitamine is, wordt riboflavine gemakkelijk uitgescheiden in de urine. Riboflavine komt van nature voor in vlees, vis en gevogelte, eieren, zuivelproducten, groene groenten, paddenstoelen en amandelen. In sommige landen worden graanproducten met riboflavine verrijkt.
Riboflavine werd voor het eerst geïsoleerd in 1933 en gesynthetiseerd in 1935. In zijn gezuiverde, vaste vorm is het een geeloranje, kristallijn poeder. Het wordt daarom ingezet als kleurstof in diverse levensmiddelen. Biosynthese van riboflavine vindt plaats in bacteriën, schimmels en planten, maar niet in dieren. Het kan dus enkel uit voeding worden verkregen. Riboflavine wordt op industriële schaal geproduceerd in schimmelstammen of genetisch gemodificeerde bacteriën.