Richildis van Provence | ||
---|---|---|
845-910 | ||
Koningin-gemalin van Frankrijk | ||
Periode | 870-877 | |
Voorganger | Ermentrudis van Orléans | |
Opvolger | Adelheid van Parijs | |
Keizerin-gemalin van het Heilige Roomse Rijk | ||
Periode | 875-877 | |
Voorganger | Engelberga van Parma | |
Opvolger | Richardis van Zwaben | |
Vader | Bivinus van Metz | |
Moeder | onbekend |
Richildis van Provence[1], ook genoemd Richildis van de Ardennen[2] of Richildis van de abdij van Gorze[3][4] (rond 845 – 2 juni 910) was de tweede vrouw van de Karolingische vorst Karel de Kale. Zij was achtereenvolgens zijn minnares[5], echtgenote en, meer dan 30 jaren zijn weduwe. Zo was zij als zijn gemalin koningin van West-Francië, keizerin van het Heilig Roomse Rijk en koningin van Italië toen haar man Karel op het hoogtepunt van zijn macht was.
Na de regeringen van Karels opvolgers Lodewijk de Stamelaar, Lodewijk III en Karloman II werd ze uit West-Francië verbannen en zocht ze toevlucht aan het hof van haar broer Boso, koning van Provence, waar ze zich quondam regina[6] liet noemen.