Rienzi, der letzte der Tribunen | ||||
---|---|---|---|---|
Rienzi in 1843
| ||||
Oorspronkelijke taal | Duits | |||
Componist | Richard Wagner | |||
Libretto | Richard Wagner | |||
Eerste opvoering | 20 oktober 1842 | |||
Plaats van eerste opvoering | Königl. Sächs. Hoftheater Dresden | |||
Duur | ca. 5 uur | |||
Plaats en tijd van handeling | Rome, halverwege de 14e eeuw | |||
Personen | ||||
| ||||
|
Rienzi, der letzte der Tribunen (Rienzi, De laatste volkstribuun; WWV 49) is een vroege opera van Richard Wagner in vijf bedrijven. Het libretto is door de componist zelf geschreven en gebaseerd op de gelijknamige roman van Edward Bulwer-Lytton (1835) die de lotgevallen van de middeleeuwse volkstribuun Cola di Rienzo behandelt. De titel wordt meestal afgekort tot Rienzi. De opera werd geschreven tussen juli 1838 en november 1840 en voor het eerst opgevoerd in het Königliches Hoftheater in Dresden, op 20 oktober 1842. Het was het eerste publieke succes van de componist.
Het werk is opgevat als een Grand Opéra in de stijl van Meyerbeer. Wagner was al vroeg gefascineerd door dit operagenre en wilde met Rienzi alles overtreffen wat tot dan toe in deze stijl was gecomponeerd. Met zijn talrijke koren, balletten en massascènes is het werk zowel scenisch als muzikaal erg veeleisend. Rienzi is in zijn geheel Wagners langste opera. Het bevat een ballet dat alleen al 40 minuten duurt. Tijdens de première in Dresden constateerde Wagner tot zijn ontsteltenis dat de voorstelling meer dan zes uur duurde, inclusief pauzes, waardoor hij de voorstelling snel met iets meer dan een uur inkortte. Het is deze verkorte versie die als basis dient voor hedendaagse opvoeringen. Wagner nam later afstand van het werk en noemde het een "jeugdzonde". De beroemde ouverture, maar ook de monoloog met het gebed van Rienzi, "Almächt'ger Vater, blicke herab", worden regelmatig apart opgevoerd en opgenomen.[1][2]