Degene die op de Rijn of een gedeelte daarvan met een schip wil varen moet in het bezit zijn van een vaarbevoegdheidsbewijs, een Rijnpatent, dat verschilt per type schip. De patenten kunnen worden vervangen door een door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart als gelijkwaardig erkend vaarbevoegdheidsbewijs, met de eventueel daaraan verbonden aanvullende voorwaarden.[1]