Rombouten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||
Beekrombout (Gomphus vulgatissimus) | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Familie | |||||||||||
Gomphidae Rambur, 1842 | |||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||
Rombouten op ![]() | |||||||||||
|
De rombouten (Gomphidae) vormen een familie van libellen uit de onderorde van de echte libellen (Anisoptera).[1]
Een kenmerk van de rombouten is dat ze van de echte libellen de enige familie zijn met duidelijk van elkaar gescheiden facetogen. De afstand tussen de ogen is echter kleiner dan de doorsnede van een oog, anders dan bij de juffers (Zygoptera), waarbij die afstand relatief veel groter is. De ocelli (enkelvoudige ogen) staan min of meer in een rechte lijn. De driehoekscellen in de voor- en achtervleugel zijn gelijk. De basis van de achtervleugel is bij de mannetjes hoekig en bij de vrouwtjes afgerond. Het einde van het achterlijf is bolvormig / breed uitlopend, met name bij het mannetje.[2] Mannetjes hebben "oortjes" aan de zijkanten van de tweede achterlijfssegmenten. De rombouten hebben een vaste rustplaats.