Schubkamille | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Anthemis tinctoria | |||||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||||||
Anthemis L. (1753) | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||||||
Schubkamille op ![]() | |||||||||||||||||||||
|
Schubkamille (Anthemis) is een geslacht van ongeveer 100 soorten kruidachtige planten uit de composietenfamilie (Compositae oftewel Asteraceae).
Het geslacht is nauw verwant aan Chamaemelum. De bloembodem heeft stroschubben, waar de naam schubkamille naar verwijst.
Anthemis komt grotendeels van nature voor in het Middellandse Zeegebied en in het gebied van Zuidwest-Azië tot Iran. Ook in de Benelux komen een aantal soorten in het wild voor.
Anthemis-soorten zijn waardplant voor de rupsen van een aantal vlindersoorten waaronder Bucculatrix anthemidella, een bladmineerder die zich uitsluitend met gele kamille voedt.