De Severi (Grieks: Σέβερεις, Sebereis, Bulgaars: Севери, Latijn Severoi) waren een stam die in de vroege middeleeuwen in het huidige noorden van Bulgarije, in de Dobroedzja en Loedogorië, bij de rivieren Kamtsjija, Provadija en de Tsjorni- en Roesenski Lom woonde.
De meeste berichten over de Severi zijn afkomstig van de kroniekschrijvers Theophanes en Nicephorus, welke de Severi slechts terloops vermelden bij de geschiedenis van het Eerste Bulgaarse Rijk. Toen dit gesticht werd, werden de Severi en de Slavische stammen van het gebied (de 'zeven stammen'), onderdeel van het Bulgaarse Rijk.