Bij het vervaardigen van sgraffiti (enkelvoud: sgraffito) wordt in verse mortel een lijntekening gekrast en ingekleurd volgens de fresco-techniek. De vlakke lijntekening overheerst samen met een gelijkmatig kleurgebruik. De term sgraffito komt van het Italiaanse 'sgraffiare', oftewel krassen of krabben.[1]
In de tijd van de jugendstil werden hoofdzakelijk portretten, gracieuze vrouwen, gestileerd fruit of bloemen als motief gebruikt. Ook later nog was dit een gangbare techniek voor wanddecoratie, vooral aan buitenmuren.
In Nederland beleefde de techniek een sterke opleving tijdens de wederopbouwperiode, met name in de vijftiger jaren, op binnenmuren van openbare gebouwen. In de handel verschenen kant-en-klare sgraffitomortels, die desgewenst op kleur konden worden gebracht. Er werd gewerkt met 3 tot 5 lagen mortel in verschillende kleuren, waarvan delen weer werden weggestoken. Dit proces vereiste de nodige snelheid.[2]