Shahu Sambhaji Raje Bhosale, Shahuji of Shahu (Mangaon, 18 mei 1682 - Satara, 15 december 1749) was chhatrapati of maharadja ("grootvorst") van het Maratharijk tussen 1708 en 1749. Hij was de zoon van chhatrapati Sambhaji, die in 1689 door de Mogols gedood was. Zijn jeugd bracht Shahu door als gevangene van Mogolkeizer Aurangzeb, die decennialang een uitputtingsoorlog tegen de Maratha's voerde. Toen Shahu in 1707 vrijgelaten werd, was dit om verdeeldheid onder de Maratha's te zaaien. Onder leiding van Shahu's rechterhand, de peshwa Balaji Vishwanath, werden de verschillende facties van de Maratha's echter verenigd en werd het Maratharijk van een degelijk bestuur voorzien. Dit stelde de peshwa in staat de provincies van het Mogolrijk op de Dekan en in Gujarat te annexeren. Toen de peshwa in 1720 stierf benoemde Shahu diens zoon Baji Rao als opvolger. De feitelijke macht in het Maratharijk was bij de peshwa komen te liggen. Gedurende de 18e eeuw zouden Shahu's opvolgers nog slechts een ceremoniële functie hebben.