![]() | ||||
USS Sims (DD-409)
| ||||
Geschiedenis | ||||
In dienst gesteld | 1939-1940 | |||
Uit dienst gesteld | 1946 | |||
Algemene kenmerken | ||||
Waterverplaatsing | 1570 ton (leeg) | |||
Afmetingen | 106 m × 10,8 m | |||
Bemanning | 251 koppen | |||
Techniek en uitrusting | ||||
Machinevermogen | 50.000 pk | |||
Snelheid | 37 knopen | |||
Bewapening | 4× 127mm-kanonnen 4× .50 machinegeweren 2×4 533mm-torpedobuizen | |||
|
De Simsklasse bestond uit 12 torpedobootjagers gebouwd in zeven verschillende scheepswerven en in dienst genomen in 1939 en 1940 door de Amerikaanse marine. Het was de laatste torpedobootjagerklasse die gereed kwam voor de Tweede Wereldoorlog. Alle Simsklasse schepen kwamen tijdens de oorlog in actie en zeven haalden het einde van de oorlog. In 1946 waren alle schepen uit dienst.
De Simsklasse was de opvolger van de Benhamklasse. De Simsklasse werd ruim 2 meter langer en de waterverplaatsing nam met bijna 100 ton toe. De 12 schepen van deze klasse werden gebouwd op zeven verschillende scheepswerven in het land. Zes schepen werden in 1939 opgeleverd en de rest in 1940.
Van de vijf schepen die verloren gingen werden vier door de Japanners tot zinken gebracht, en één door de Duitsers. Drie van de overige zeven werden tijdens de oorlog omgebouwd en waren aan het eind van de oorlog niet inzetbaar, waarna ze werden gesloopt. De overige vier schepen werden als doelen gebruikt tijdens kernproeven bij Bikini (zie Operation Crossroads). Eén zonk door de vuurexplosie en de andere drie werden tot zinken gebracht als doelen na twee jaar als onderzoeksplatformen te hebben gediend.