Slag bij Cahul
|
Onderdeel van Vierde Russisch-Turkse Oorlog
|
|
Datum
|
21 juli 1770
|
Locatie
|
Cahul
|
Resultaat
|
Russische overwinning
|
Strijdende partijen
|
|
Leiders en commandanten
|
|
Troepensterkte
|
38.000 man
|
150.000 man infanterie (betwist) en max. 80.000 man cavalerie met 130 tot 180 stuks artillerie
|
|
Verliezen
|
1.500 doden
|
20.000 doden, 2.000 gevangenen en 130 stuks artillerie
|
|
De Slag bij (de) Cahul (Russisch: Сражение при Кагуле) was de belangrijkste veldslag van de Vierde Russisch-Turkse Oorlog en een van de grootste veldslagen van de 18e eeuw. De veldslag werd gevoerd door het Russische Eerste Leger onder veldmaarschalk Roemjantsev en de hoofdmacht van het Ottomaanse Leger (volgens aangedikte gegevens 150.000 man, waarvan 100.000 man infanterie en 50.000 man cavalerie) onder leiding van grootvizier Khalil Pasja nabij de stad Cahul, bij de rivier de Cahul, een zijrivier van de Donau in Moldavië. Daarnaast bevonden zich nog maximaal 80.000 man Krimtataarse cavalerie op 20 wersten van het slagveld.
Roemjantsev had op 7 juli de Slag bij de Larga gewonnen en had daarop zijn leger geconcentreerd bij het plaatsje Greceni, terwijl Khalil Pasja het Ottomaanse leger bij het Moldavische stadje Vulcănești had opgesteld. Pasja wilde de Russen in de front aanvallen, terwijl de Krimtataren zich bij het Jalpoegmeer aan de achterzijde van de Russen bevonden.