Slangpier
|
|
Taxonomische indeling
|
|
Soort
|
Capitella capitata (Otto Fabricius, 1780)[1] Originele combinatie Lumbricus capitatus Fabricius, 1780
|
Synoniemen
|
- Ancistria acuta Verrill, 1874
- Capitella capitata belgica Czerniavsky, 1881
- Capitella capitata danica Czerniavsky, 1881
- Capitella capitata hebridarum Czerniavsky, 1881
- Capitella capitata neapolitana Czerniavsky, 1881
- Capitella capitata suchumica Czerniavsky, 1881
- Capitella fabricii Blainville, 1828
- Capitella intermedia Czerniavsky, 1881
- Capitella prototypa Czerniavsky, 1881
- Capitella similis Czerniavsky, 1881
- Lombricus canalium Nardo, 1847
- Lumbriconais marina Örsted, 1842
- Lumbricus ciliatus Müller, 1773
- Lumbricus litoralis Johnston, 1827
- Matla bengalensis Stephenson, 1908
- Saenuris barbata Grube, 1860
- Valla ciliata (Müller, 1773)
|
|
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
|
Slangpier op Wikispecies
|
(en) World Register of Marine Species
|
|
De slangpier (Capitella capitata) is een borstelworm uit de familie Capitellidae. De kleur van de worm is veelal bloedrood. Vindplaatsen zijn zand- of grindgronden bij de kust of moddergronden en dan met name onder stenen. Kenmerkend is daarnaast dat het water waarbij ze in de buurt leven, vaak verontreinigd is. Aanwezigheid van de worm wordt dan ook als indicatie gezien van verontreinigd water.
De slangpier plant zich op twee manieren voort. Wanneer de worm zich op een locatie bevindt met voor de worm goede omstandigheden, is hij in staat om in grote hoeveelheden bentische larven te maken. Daarnaast zijn de wormen in staat planktonachtige larven te maken die zich eenvoudiger naar nieuwe gebieden verplaatsen.
De wetenschappelijke naam van de slangpier werd als Lumbricus capitatus in 1780 gepubliceerd door Otto Fabricius.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Fabricius, Otto. (1780) Fauna Groenlandica, systematice sistens animalia Groenlandiae Occidentalis hactenus indagata, quoad nomen specificum, triviale, vernaculumque; synonyma auctorum plurium, descriptionem, locum, victum, generationem, mores, usum, capturamque singuli, prout detegendi occasio fuit, maximaque parte secundum proprias observationes. Hafniae [= Copenhagen] & Lipsiae [= Leipzig], Ioannis Gottlob Rothe. xvi + 452 pp., 1 plate with 12 figures.