Snuiftabak is een vorm van tabak die niet gerookt, maar gesnoven wordt. Er zijn twee soorten snuif: râpésnuif en stelensnuif.
Snuiftabak is een zeer fijn vermalen en gedroogde tabak die verrijkt is met allerlei kruiden. Menthol en eucalyptusolie zijn veelgebruikte ingrediënten. Het snuiven geeft een frisse, tintelende sensatie in de neusholten. Via het snuiven van tabak komt ook nicotine in het bloed terecht.
De inademingslucht in de neus koelt bloed, dat via de neus naar de hersenen gaat. Opgesnoven gedroogde tabak met kruiden worden door de slijmvliezen in de neus snel opgenomen, zonder omweg gaat dit direct naar de hersenen, en zo veroorzaakt dit een snelle flash in het brein.
Deze vorm van tabaksgebruik is tegenwoordig uiterst zeldzaam in Nederland. In de Gouden Eeuw was echter in Nederland snuiftabak het meest genuttigde tabaksproduct. In de 18e eeuw was een kostbare snuifdoos een statussymbool en welgestelden droegen er gewoonlijk een bij zich. De Amersfoortse snuiftabak is de beroemdste ter wereld geweest, en was zelfs populairder dan de tabakssoorten uit Virginia.