Sonnet 55 is een van de 154 sonnetten van de Engelse toneelschrijver en dichter William Shakespeare. Het gedicht maakt deel uit van een reeks Fair Youth-sonnetten, waarin Shakespeare zijn genegenheid betuigt tegenover een mooie jongeman in de bloei van zijn leven.
Het onderwerp van Shakespeares Sonnet 55 is een jongeman die hij door deze verzen onsterfelijk wil maken. Zelfs als al het andere, zijn jeugd, zijn schoonheid, verloren zal zijn zal hij nog verder leven in dit gedicht. Poëzie is voor Shakespeare de enige garantie op onsterfelijkheid, maar aan de andere kant stelt hij poëzie soms voor als onwaardig om het subject recht te doen. Het thema van het gedicht is bijgevolg dat de tijd alles vernietigt en in de vergetelheid stort, behalve deze jongeman die dankzij het gedicht onsterfelijk gemaakt wordt.