| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
De Spaanse parlementsverkiezingen van april 2019 werden gehouden op 28 april 2019, nadat zittend premier Pedro Sánchez van de socialistische partij PSOE vervroegde verkiezingen uit moest schrijven omdat zijn regering er niet in slaagde de begroting voor het jaar 2019 goedgekeurd te krijgen door de Cortes Generales. Deze verkiezingen betekenden het einde van de twaalfde legislatuur en de opmaat van de dertiende legislatuur.
Tijdens deze verkiezingen werd er gestemd voor beide kamers van de Cortes Generales, dat wil zeggen, de 350 zetels van het congres (het lagerhuis) en de 208 van de 266 senatoren (leden van het hogerhuis) die eveneens direct verkozen worden. De organisatie en het verloop van parlementsverkiezingen in Spanje is geregeld in de grondwet van dat land.
Belangrijke kenmerken van deze verkiezingen waren de opkomst van de extreemrechtse partij VOX, het Catalaanse separatisme en het feit dat de belangrijkste politici van de Catalaanse partijen in hechtenis zaten in verband met de rechtszaak tegen de leiders van het Catalaanse onafhankelijkheidsproces.
De opkomst bedroeg 77,76%. De PSOE won deze verkiezingen, maar behaalde niet voldoende zetels om met een absolute meerderheid te kunnen regeren. Omdat er binnen een maand weer verkiezingen plaats zouden vinden, voor gemeenteraden, de meeste autonome gemeenschappen en voor de EU, werden deze verkiezingen niet meteen gevolgd door efficiënte onderhandelingen over de vorming van een nieuwe regering. Deze zouden pas eind mei daadwerkelijk beginnen.