Spinnenbeet | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Coderingen | ||||
ICD-10 ICD-9 |
T63.3 989.5 | |||
DiseasesDB | 12299 | |||
MedlinePlus | https://medlineplus.gov/spiderbites.html | |||
MeSH | D001098 | |||
|
Een spinnenbeet is een beet van een spin. Van de ca. 50.000 beschreven spinnensoorten zijn er maar enkele waarvan de beet echt gevaarlijk kan zijn voor de mens. Geen van deze soorten komt in Nederland of België voor. Hier komt wel de gerande oeverspin (grote, kleine) voor. Daarvan is de beet zeer onaangenaam, vergelijkbaar met een wespensteek. Ook de in deze streken inheemse roodwitte celspin kan pijnlijk bijten.[1]
In de gehele wereld zijn enige tientallen soorten spinnen die pijnlijk kunnen bijten en slechts enkele die gevaarlijk kunnen zijn. Dit zijn meestal niet de grootste soorten: van de grote vogelspinnen is er niet een echt gevaarlijk. Een van de bekendste bijtende spinnen, de zwarte weduwe (Latrodectus mactans) is zo groot als een kruisspin. Deze soort is in België weleens aangetroffen, maar kan in West-Europa de winter niet overleven.