Sraosha

Schildering van de engel Sorush in de Sjahnama van Sjah Tahmasp

Sraosha (Modern-Perzisch: سروش Sorūsh, Middel-Perzisch/Pahlavi: Srosh) is een god uit het zoroastrisme, maar waarschijnlijk stamt uit vroegere, proto-Iraanse tijden. De naam betekent zoiets als ‘gehoorzaamheid’, en als zodanig verwijst het woord naar zowel een goddelijk wezen als een abstractie in de oudste zoroastrische teksten, de Gatha’s in de Avesta.

Sraosha is als beschermende en strijdvaardige god nauw verbonden met gelijkwaardige goden Rashnu en Mithra, die strijden aan de zijde van de goedaardige oppergod Ahura Mazdâ. Hij wordt in de Avesta beschreven als slim, jeugdig, dapper, sterk, knap en lang. Hij heeft met name de rol van beschermer van de materiële wereld (mênôg) tegen de kwade krachten van Angra Mainyu, Ahura Mazdâ’s tegenstrever. Met zijn knots bestrijdt hij vooral ’s nachts demonen. Ook heeft hij een priesterlijk aspect. Hij geldt namelijk als grondlegger van rituele aangelegenheden, zoals het reciteren van de Gatha’s.

In de Pahlavi-literatuur verschijnen Srosh (Sraosha), Rashnu en Mithra als een soort begeleiders en rechters voor de zielen van overledenen. Srosh hoort te worden aangeroepen om die ziel gedurende de eerste drie dagen na het overlijden te beschermen tegen demonen. Op de vierde dag leidt hij de ziel naar een brug, waar een oordeel wordt geveld. In de literatuur groeit Srosh uit tot de machtigste god in de materiële wereld, waar hij heerst in naam van Ahura Mazdâ.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne